‘Als je dit doet, wat gebeurt er dan?’

5 september 2024

door Jacqueline Oskamp

Elena Rykova is een componist die exact weet wat ze wil horen, en tegelijkertijd de uitvoerder alle ruimte geeft voor een eigen interpretatie. Juist die combinatie maakt dat musici uit alle hoeken van Europa en de Verenigde Staten graag met haar werken.

Speaking objects animated by a curious ear and an uncertain eye; the joy of dis­covery – the discovery of a joy.

Zo luiden de eerste regels van het poëtische statement waarmee de Russische componiste Elena Rykova (33) haar oeuvre introduceert. Wat een woordspelletje kan lijken is in haar geval de kern van haar artistieke praktijk: Rykova heeft een speelse geest en is getalenteerd in verschil­lende disciplines. Geluid, beweging, beeld en tekst – ze staan bij haar in een open verbinding en vormen samen een rijk universum, waarin ze de verbeelding de vrije loop laat.

Het plezier waarmee ze onderzoekt en cre­ëert, verraadt de kunstenaar in Rykova. Of zoals trompettist Marco Blaauw, die haar opdracht gaf voor een nieuwe compositie voor zijn ensemble Monochrome Project, het formuleert: ‘Muziek ontstaat bij haar vanuit nieuwsgierigheid, van­uit vragen stellen. Niet: “Ik heb een idee en jul­lie moeten precies doen wat ik wil”, maar: “Als je dit doet, wat gebeurt er dan?’’’

Elena Rykova is een componist die exact weet wat ze wil horen en tegelijkertijd de uit­voerder alle ruimte geeft voor een eigen inter­pretatie. Juist die combinatie maakt dat musici uit alle hoeken van Europa en de Verenigde Sta­ten graag met haar werken. Vanuit haar huidige woonplaats Lausanne vertelt ze in een Zoom-ge­sprek hoe ze die artistieke vrijheid – nu haar visitekaartje – heeft moeten bevechten. Opval­lend genoeg komt Rykova, die in 1991 werd gebo­ren in de Russische industriestad Oefa, zo’n 1500 kilometer ten oosten van Moskou, uit een gezin waarin ‘helemaal niemand’ naar muziek luisterde.

Rykova: ‘Ik heb begrepen dat mijn vader een goede stem had en dat hij van zingen hield, maar hij is overleden toen ik vijf jaar was, dus ik heb daar zelf weinig herinneringen aan. Omdat mijn vader muzikaal was, wilde mijn moeder graag dat ik een instrument leerde spelen. De eerste jaren op de muziekschool waren dus een soort eerbetoon aan mijn vader; tegelijkertijd heeft het Russische onderwijssysteem veel negatieve kanten en vergt het nogal wat van kinderen. De “gewone” muziek­school duurt zeven jaar en de meesten raken hun instrument daarna nooit meer aan.’

‘Ik ontdekte wat nieuwe muziek kan zijn, dat elk geluid muziek kan worden’ – Elena Rykova.


Elena Rykova (door Miri Davidovitz)

Elena Rykova was een begaafd pianiste en op haar dertiende stroomde ze door naar de ‘bijzon­dere’ muziekschool, die regulier en muziekon­derwijs combineert en de kinderen klaarstoomt voor een loopbaan als professioneel musicus. Daar haalde ze haar diploma ‘uitvoerend musi­cus’ en volgde lessen directie en compositie. Toch ervoer ze de situatie in Oefa als beknellend. Ze werd gedrild in de Russische pianoschool die precies voorschreef wat mooi en lelijk is, door een leraar die haar tot de grond toe afbrak als ze niet speelde wat hij wilde horen; in een muzika­le omgeving waarin moderne muziek was blijven steken bij de door de autoriteiten geliefde com­ponist Rodion Sjtsjedrin (1932), een eigentijdse representant van de Russische romantische tra­ditie; en ten slotte had Elena Rykova weinig per­spectief op een carrière als concertpianist, legt ze uit: ‘Oefa is de hoofdstad van Basjkirostan en in die tijd kreeg de Basjkierse bevolking een voor­keursbehandeling. Een comité van de school ging elk jaar de provincie in op zoek naar jong talent. Ik ben deels van Tataarse afkomst en heb een Russische naam en voornaam. Mijn toekomst daar was een baan aan een muziekschool.’

Ze besloot zich aan te melden bij de compositie­afdeling van het conservatorium in Moskou en wordt leerling van Joeri Kasparov. Rykova: ‘Dat was een heerlijke tijd, soms hoorde ik zes con­certen per week. Er waren veel ensembles, ook uit het buitenland. Alles was zo open. Ik ontdek­te wat nieuwe muziek kan zijn, dat elk geluid muziek kan worden. In Moskou onderging ik een explosie van indrukken. We hadden ook een inte­ressant programma hedendaagse muziek in de Studio voor Nieuwe Muziek, maar desondanks worstelde iedereen in Moskou met die Russische traditie: hoe het materiaal te ontwikkelen, wat de juiste opvatting is over ritme, wat wel en niet mag. Ik heb er veel geleerd, maar de context van het conservatorium bleef benauwend. Ik vormde met andere componisten een groep waarmee we vrije improvisatie deden. We verkenden andere benaderingen van muziek, maar er waren aan­varingen met sommige leden van de composi­tieafdeling, omdat zij onze muziek niet wilden erkennen. Ik realiseerde me dat als ik mijn diplo­ma wilde halen ik iets moest componeren toege­sneden op de examens.’

In diezelfde tijd maakt ze het muziektheatra­le werk The Mirror of Galadriel (2012), een expe­riment op het kruispunt van beeldende kunst en geluidskunst. Een man en een vrouw staan tegen­over elkaar aan een tafeltennistafel, terwijl hun geabstraheerde silhouetten in real time worden geprojecteerd op de muur achter hen. Beiden hebben een tiental dennenappels die ze laten stuiteren, rollen of over het tafelblad schrapen – geluiden die, net als de ademhaling, versterkt uit de speakers klinken. De interactie tussen de twee spelers wordt bepaald door een ijzingwekkende spanning, extreme contrasten en het onvermo­gen elkaar te bereiken.

Met The Mirror of Galadriel reist Rykova af naar Nederland, waar ze deelneemt aan de Internatio­nale Gaudeamus Muziekweek 2013, een belang­rijke ontmoetingsplaats voor jonge componisten wereldwijd. Ze is de jongste componist ooit die de finale van de Muziekweek bereikt, maar voor haarzelf is het contact met geestverwanten het belangrijkst: het is de opmaat voor vele trips naar moderne muziekfestivals in het Westen.

Rykova: ‘Er ging een wereld voor me open toen ik hoorde hoe buitenlandse componisten over muziek praatten en wat voor muziek ze maakten. Ze hoefden niet in gevecht te gaan met hun lera­ren, ze hoefden niet hun mening te verdedigen tegenover een vijandige omgeving, ze konden de kunst maken waarin zij geloofden. Tegelijkertijd viel onze groep in Moskou uiteen, want een deel studeerde af. Ook in politiek opzicht ging het niet goed in Rusland: protesten werden neergesla­gen, verenigingen werden verboden, waaronder Platform van de bekende theaterregisseur Kirill Serebrennikov. Dat was een onge­looflijk inspirerende plek, met niet alleen voorstellingen en concerten maar ook allerlei masterclasses en educatieve programma’s voor jonge componisten en kunstenaars.’