Arturo den Hartog
Countertenor met een missie
5 november 2023
Tekst: Jacqueline Oskamp
Als een kind in een snoepwinkel, zo voelde countertenor Arturo den Hartog (24) zich naar eigen zeggen toen hij in 2018 van Paramaribo naar Den Haag kwam om aan het Koninklijk Conservatorium zang te studeren. Voorkennis had hij nauwelijks. “Ik had nog nooit een live klassiek concert gehoord en was nog nooit naar de opera geweest. Ik snapte niets van de eerste opera die ik zag – Eliogabalo van Cavalli – maar ik wist meteen: dit is wat ik wil doen.”
Het was de muziekminnende pater Esteban Kross van het bisdom Paramaribo die Arturo op achtjarige leeftijd ontdekte. Hij hoorde hem Happy birthday zingen op een verjaardag en besloot de muzikale ontwikkeling van de jongenssopraan ter hand te nemen. Tijdens kerstnacht debuteerde Arturo in de kerk van Paramaribo, later ging hij naar de Kathedrale Koorschool en trad hij vaak op bij bruiloften, waar hij er bijna altijd in slaagde om met zijn gouden klokje de bruid aan het huilen te krijgen. “Mijn ouders en grootouders hebben mij altijd gestimuleerd, maar ik ben niet in een omgeving met klassieke muziek opgegroeid”, vertelt Arturo. “Dus eenmaal in Den Haag ging ik met een studentenabonnement elke week naar een concert. Niet alleen liedrecitals en opera, maar ook symfonische werken en pianoconcerten. Al snel hoorde ik zangers die ik cool vond, bijvoorbeeld Andreas Scholl. Ik pakte ook de trein naar Groningen om Philippe Jaroussky te horen. En ik ging naar elk concert van mijn idool Claron McFadden – ondertussen heb ik haar leren kennen, we zingen nu samen. Daarnaast bezocht ik concerten van medestudenten: welke stukken zongen zij en welke niet?”
Arturo den Hartog (foto Foppe Schut)
Recht naar het hart
Het repertoire voor countertenor is vooral te vinden in de barok en de moderne muziek, maar als Arturo het gevoel heeft dat muziek goed bij hem past, dan zet hij ze op zijn programma. Zo geeft hij in december elders een recital met arrangementen van Surinaamse volksliederen, maar brengt hij ook muziek van onder anderen Aaron Copland en Gerald Finzi ten gehore. Die stukken zijn niet speciaal voor countertenor bedoeld, maar kunnen volgens Arturo toch een goede match met zijn stem vormen. Dat hij zijn luisteraars weet te raken, blijkt wel uit het overweldigend aantal stemmen waarmee hij in 2021 de Publieksprijs van het Prinses Christina Concours won. Ondertussen heeft Arturo diverse operarollen vertolkt, zoals die van de melancholieke wolf in Vasco Mendonça’s Het meisje, de jager en de wolf, een productie van het Belgische muziektheatergezelschap LOD en de Nationale Opera in Amsterdam.
Extreem vrijheidsgevoel
Hoewel Arturo in het dagelijks leven een bescheiden persoonlijkheid is, kan hij zich op het podium helemaal laten gaan. “Op een vreemde manier voel ik me dan naakt”, zegt hij. “Ik laat kanten van mezelf zien die ik in het normale menselijke verkeer niet toon, maar die wel deel van mij zijn. Daar gaat veel voorbereiding aan vooraf: ik moet de muziek en mijn rol door en door kennen, alles moet op zijn plaats staan, en dat is bij opera een kwestie van multitasken. Eenmaal op het podium ervaar ik een extreem gevoel van vrijheid. Heel opwindend.”
'Ik hoop dat ik een brug kan slaan: nieuw repertoire voor het bestaande publiek en nieuw publiek voor de klassieke canon'
Surinaams muzikaal erfgoed
Arturo zingt niet alleen het klassieke westerse repertoire, maar ook muziek van Surinaamse bodem. Afgelopen zomer stond hij op het bevrijdingsfestival Keti Koti en in september gaf hij in het Muziekgebouw met zijn vaste pianist Djuwa Mroivili en James Oesi op contrabas een recital met stukken vande Surinaamse componisten Majoie Hajary, Lou Lichtveld en Nel Dahlberg. Pas op het conservatorium in Den Haag raakte hij geïnteresseerd in dit muzikaal erfgoed. Arturo: “Ik leerde componisten uit allerlei landen kennen en vroeg me op een gegeven moment af: is er ook Surinaamse klassieke muziek? Ik wist daar niets over en ben op zoek gegaan.” Dat er Surinaamse klassieke muziek bestaat, weet hij nu, maar het is de kunst die te vinden. De partituren liggen immers vaak bij mensen thuis op zolder. De een heeft een stapeltje van die componist, de ander van een andere componist. Via via is Arturo al heel wat bladmuziek op het spoor gekomen, van vocale stukken tot orkestwerken.
Arturo den Hartog met Djuwa Mroivili en James Oesi in het Muziekgebouw, september 2023 (foto Marieke Wijntjes)
Nieuw publiek
“Ik vind het belangrijk dat deze muziek ook wordt gespeeld”, vervolgt Arturo, die zich een ambassadeur van dit vergeten repertoire van componisten van kleur mag noemen. “Het is gewoon goede muziek, die op het podium hoort. Het is muziek van ons allemaal, van Surinamers en Nederlanders. Tegelijkertijd is dit repertoire misschien een middel om een nieuw publiek te bereiken: mensen die zich niet zo thuis voelen in de concertzaal, maar die je de hand kunt reiken met muziek waarmee ze zich verbonden kunnen voelen. Ik hoop dat ik een brug kan slaan: nieuw repertoire voor het bestaande publiek en nieuw publiek voor de klassieke canon. Ik beleef zoveel aan klassieke muziek, dat gun ik veel meer mensen.”
Hartenwens
De 24-jarige countertenor heeft diverse dromen, bekent hij. Een daarvan is uitgroeien tot een succesvolle operazanger. Op de langere termijn is het zijn wens de opera naar Suriname te brengen. “Als ik tegenwoordig naar Suriname ga, probeer ik er concertjes te organiseren”, vertelt hij. “Suriname heeft een rijk cultureel leven en klassieke muziek vormt een mooie aanvulling daarop. Wat ik in Europa allemaal heb ontdekt, wil ik graag met het Surinaamse publiek delen.”
Dit artikel verscheen eerder in Vriendenmagazine DichtbIJ.