Alva Noto (foto Pieter Kers)

'Het wordt een heel menselijke uitvoering'

Een gesprek met Carsten Nicolai, ofwel Alva Noto

19 maart 2024
Tekst: Stefan Schickhaus

Sommigen noemen hem een 'avant-gardistische elektronica-knutselaar', anderen een elektro-pionier, en zijn muziek wordt wel omschreven als minimal techno, als retrofuturisme of psychedelisch-amorfe geluidskunst: Carsten Nicolai – misschien beter bekend onder zijn pseudoniem Alva Noto – is al sinds de jaren negentig een van de bekendste figuren in de elektronische muziekscene. 

Samen met de Japanse componist en pianist Ryūichi Sakamoto componeerde hij in 2015 de soundtrack voor de film The Revenant (genomineerd voor een Golden Globe in de categorie filmmuziek). De in 1965 in Chemnitz geboren kunstenaar werkte in 2007 voor het eerst samen met Ensemble Modern. Samen creëerden zij het multimediawerk utp_ in het Nationale Theater van Mannheim, ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van de stad. Tijdens de Ruhrtriennale 2012 stonden Nicolai, Sakamoto en de leden van Ensemble Modern opnieuw samen op het podium.

Voorjaar 2021 werd op het festival Frankfurter Positionen het Nicolai-album Xerrox Vol. 4 door Ensemble Modern uitgevoerd, met Alva Noto als solist. Het multimediawerk, dat muziek, video en lichtinstallaties combineert, wordt afgestemd op de locatie. In november 2024 is te horen in Muziekgebouw aan 't IJ.

Muziekauteur Stefan Schickhaus sprak met Carsten Nicolai, ofwel Alva Noto, over dit ongewone project.

Als beeldend kunstenaar die prints en installaties maakt heet je Carsten Nicolai, als muzikant gebruik je de naam Alva Noto. Is je pseudoniem een poging om de twee artistieke gebieden strikt van elkaar te scheiden?
Ik scheid ze alleen aan de buitenkant. Alva Noto is een soort bandnaam die ik gebruik om mijn muziek te produceren en op de markt te brengen. In de elektronische muziekscene, waar ik halverwege de jaren negentig met opnames begon, was en is het gebruikelijk om niet maar één naam te hebben, maar juist meerdere. Bij elke release werd de naam van de muzikant als het ware opnieuw uitgevonden. Ik ken iemand met meer dan 60 alter ego’s. Ik denk dat het iets te maken heeft met het aannemen van verschillende rollen, zoals een acteur dat doet. Ik ben als Noto begonnen en een paar jaar later wilde ik het wat meer personaliseren, dus voegde ik Alva toe, bijna als een voornaam.

Zou het iets te maken kunnen hebben met het feit dat elektronische muziek staat voor iets dat buiten het persoonlijke valt, omdat het niet door mensenhanden is gemaakt? Om het maar bot te zeggen: algoritmes in plaats van ziel? En vandaar de avatarnaam?
Voor mij is het totaal anders. Er zit veel ziel in mijn muziek. Hoe langer ik aan dit Alva Noto project werk, hoe emotioneler de muziek voor me wordt. Neem bijvoorbeeld Xerrox Vol. 4: dat is een van de meest emotionele albums die ik ooit heb geschreven – of gecomponeerd of opgenomen, of hoe je het ook wilt noemen. Voor mij gaat het heel diep.


Alva Noto (foto Wonge Bergmann)

De Xerrox-serie begon in 2007 en het is geen toeval dat de titel doet denken aan het foto-elektrische kopieerproces van xerografie- en kopieermachines van het merk Xerox. Was er geen auteursrechtgeschil over de naam?
Ik heb dit spelfoutje ingebouwd, de dubbele r die in het Engels ook voor ‘error’ (fout) staat. Het gaat tenslotte om een kopieerproces met een ingebouwde fout. De fout is wat het originele materiaal – eerst waren het geleende of gemanipuleerde samples, maar nu schrijf ik er melodieën voor – in muziek verandert.

Jouw methode is het transformeren van elektronisch klankmateriaal door te kopiëren, vergelijkbaar met het proces waarbij je een foto op een Xerox kopieermachine legt en voortdurend kopieën van die kopieën maakt. Hoe kunnen er fouten ontstaan als het kopiëren digitaal gebeurt?
In mijn studio heb ik samen met een programmeur software ontwikkeld die een kopieerproces uitvoert met een kleine verschuiving van de resolutiefactor. Vervolgens wordt dit proces 20 of 30 keer herhaald. Een cd wordt bijvoorbeeld gesampled bij een frequentie van 44,1 kHz en 16 bits. Als je deze twee parameters iets manipuleert, gaat er informatie verloren en begint de software de gaten te interpoleren. Het algoritme verzint dan iets om de gaten op te vullen. Op een bepaalde manier wordt het creatief. Een mechanisme van vervreemding als creatief potentieel – dat is wat me hierin intrigeert.

De originele data voor de eerste Xerrox-albums waren samples, maar voor Xerrox Vol. 4 gebruikte je juist speciale melodieën zei je. Is dat geen irriterende term in de wereld van de elektronische muziek?
Laten we het dan herkenbare klankreeksen noemen. Of harmonische progressies. Want wil je iets op een kopieermachine leggen, dan heb je eerst een herkenbaar beeld nodig.

In een interview zei je dat je door je samenwerking met Ryūichi Sakamoto je ‘angst voor melodieën’ kwijtraakte. Was een melodie in elektronische muziek eerder dan een absolute no-go?
Ja, je zou kunnen zeggen dat dat de regel was. Het ging tenslotte om het verwerpen van alles wat muziek klassiek definieert. In die tijd was ik alleen geïnteresseerd in geluid, en dat is een aspect dat me nog steeds erg interesseert. Ik vond de muzieknotatie absoluut achterhaald, omdat die alleen toonhoogten, intervallen en dynamiek weergeeft. Maar niet het geluid zelf. Dat was mijn uitgangspunt, radicaal breken met de traditie en iets compleet nieuws creëren. Door te werken met Ryūichi Sakamoto ontdekte ik dat ik mezelf misschien te veel beperkte door deze rigide regels en te dogmatisch werd. Uiteindelijk is orthodox gedrag erg beperkend.

Nu is er een instrumentatie van Xerrox Vol. 4 voor Ensemble Modern. Met andere woorden: een bewerking van muziek die puur elektronisch is gegenereerd voor analoge instrumenten. Heb je ervaring met echte instrumenten?
Ik heb drie of vier jaar klassieke gitaar gestudeerd. De kwaliteit van zo’n instrument is een klein universum in zichzelf. Natuurlijk vind ik in elektronische muziek een veel groter universum, maar het culturele belang van klassieke instrumenten is enorm. Elektronica kan nooit op dezelfde manier cultureel verankerd zijn.

Ensemble Modern + Alva Noto - Xerrox vol. 4 (foto Wonge Bergmann) 

In 2000 vertaalde Ensemble Modern de Synclavier-klanken van Frank Zappa naar hun instrumenten. Is dat vergelijkbaar met het proces dat jullie nu doorlopen met Xerrox Vol. 4? Of hoe moeten we ons het technische en logistieke proces voorstellen? Hoe wordt een ensemblepartituur gecreëerd?
Voor Xerrox Vol. 4 gebruikte ik al een groot aantal klassieke instrumenten, in de vorm van elektronisch gegenereerde softsynths, opgenomen via een keyboard. Dat geeft ons dus een basis voor de omzetting. Deze zal echter zeker niet letterlijk plaatsvinden. Het gaat er eerder om de akoestische voordelen van de instrumenten te ontdekken, waardoor het geheel een nieuwe en totaal andere kwaliteit krijgt. Het zou een ongelukkige en vooral zinloze onderneming zijn om alleen maar de elektronische versie zo goed mogelijk te willen nabootsen. Vooral de percussionisten zullen een experimentele benadering volgen, en we gaan fascinerende equivalenten voor de klanken vinden. De bereidwilligheid van Ensemble Modern om te experimenteren is geweldig.

Op welke technische vlakken zouden de muzikanten problemen kunnen ondervinden, aangezien jouw muziek geen rekening houdt met de menselijke factor, simpelweg omdat het van nature elektronisch is en dat dus ook niet hoeft?
Als elektronisch musicus heb ik de fantastische mogelijkheid om elke parameter aan te passen, ook achteraf. Als een stuk live wordt uitgevoerd door ‘echte’ muzikanten, kan het nooit honderd procent perfect zijn. De uitvoering in Frankfurt zal dus heel menselijk zijn. Er zullen dingen gebeuren die gewoon niet te sturen zijn.

Je voltooide Xerrox Vol. 4 in februari 2020, toen het coronavirus nog geen pandemische proporties had aangenomen en het culturele en sociale leven, in ieder geval in Duitsland, nog niet aan banden was gelegd. Toch stel je dat Xerrox Vol. 4 een soort soundtrack van de pandemie is. Hoe zit dat?
Deze muziek heeft een heel melancholisch aspect. Het is rustige muziek, niet voor de massa, maar uiterst individueel. Bedoeld voor de tijd waarin we ons terugtrekken in de winter. Als we tot onszelf terugkeren. En de onderwerpen van isolement en terugtrekking uit het openbare leven maken deel uit van deze pandemie. De muziek is gemaakt vóór alles tot stilstand kwam door het coronavirus, maar werd uitgebracht op het moment dat de eerste lockdown begon.

Aan het begrip isolement zitten vaak negatieve associaties, terwijl de muziek van Xerrox Vol. 4 juist tevredenheid en een gevoel van warmte en geborgenheid lijkt uit te stralen, niet de kilte van isolement.
Voor mij is isolement iets goeds. Omdat ik dan tijd heb om voor mezelf te zorgen. Om mijn gedachten te volgen of werk uit te voeren. Als ik creatief wil zijn, heb ik afzondering en terugtrekking nodig, geen ontmoetingen. Voor mij betekent isolement concentratie.

Oorspronkelijk verschenen in Ensemble Modern Magazin Nr. 53 2021/1

Concert

Alva Noto (foto Carsten Nicolai)

Xerrox Vol. 4

Alva Noto + Ensemble Modern

wo 13 nov 2024 20:15 - 22:00