De hoogmodernen

Hemelbestormers in dienst van de vooruitgang

24 maart 2022

Er is geen radicalere componistengeneratie geweest dan de avant-gardisten die na de Tweede Wereldoorlog een aardverschuiving in het westerse klassieke componeren veroorzaakten. Er was ook nooit een zo grote groep componeertalenten die binnen een decennium werd geboren als zij. Luciano Berio, Pierre Boulez, John Cage, Morton Feldman, György Ligeti, György Kurtág, Bruno Maderna, Luigi Nono, Karlheinz Stockhausen en Iannis Xenakis scheelden maximaal 8 jaar; ze werden tussen 1920 (Maderna) en 1928 (Stockhausen) geboren. John Cage, de grootse radicaal, zag het levenslicht in 1912.

Omdat ze zo enorm veel verbijsterend nieuwe muzikale ideeën hebben verkend, wordt deze groep componisten als een gezamenlijk opererend blok ervaren. Ze kenden elkaar inderdaad ook allemaal, maar de microscopische fijn in microtonale zwevingen vervliegende klankwolken van György Ligeti en de als een grindstorm over de trommelvliezen razende, superdissonante abstractie van Pierre Boulez’ Tweede pianosonate verschillen meer van elkaar dan het gregoriaans van de muziek van Mahler. De als een monumentaal groot kleurvlak verglijdende muziek van Morton Feldman lijkt in vergelijking met het constructivisme van Boulez of Stockhausen bijna zonder structuur, puur intuïtief; een in muziek gestolde representatie van iets ontzagwekkend groots als de sterrenhemel. Dat is dan weer totaal anders dan de kolkende lavastromen die in bijna fysiek waar te nemen grafische bewegingen op je af rollen in de muziek van Iannis Xenakis.

Parallelle ontwikkelingen in een vrije wereld
De Tweede Wereldoorlog die deze generatie componisten kort voordat ze hun carrière begonnen meemaakte, is de sleutel voor hun vernieuwingsdrang. Die oorlog vernietigde de wereld waarin ze geboren werden, maar was ook de voedingsbodem voor een nieuwe orde met een nieuwe maatschappelijke/sociale structuur en een nieuw internationaal politiek verband. Uit de resten van de oude –  deels nog negentiende-eeuwse – cultuur verrees een nieuwe werkelijkheid. Of beter: in de jaren van de verbluffende wederopbouw in de jaren vijftig van de vorige eeuw verrezen voor het eerst in de geschiedenis de meerdere parallelle culturele werkelijkheden die onze maatschappij vandaag misschien nog wel gecompliceerder maken dan de ingewikkeldste muziek van al die modernisten.

De jonge componistengeneratie steeg als een zwerm feniksen op uit de as van de eeuwenoude gedachten over samenklank en melodie die van Monteverdi via Mozart tot Mahler wezenlijk voor het componeren bleven, maar de muziekcultuur van Monteverdi, Mozart en Mahler bleef óók bestaan. Naast de muzikale avant-garde en de muzikale museumcultuur ontstond de popcultuur die inmiddels de muzikale subculturen van zowel Maderna als van Mahler heeft overvleugeld.  

Dat de modernisten zo intens bevlogen braken met de belangrijke muzikale opvattingen die hen voorgingen, werd (en wordt) breed opgevat als een afrekening, maar het was niet de bedoeling van de jonge beeldenstormers de oude cultuur te vernielen. Eigenlijk volgden ze gewoon heel conformistisch de tijdgeest die vlak na de oorlog nog geheel in het teken stond van het vooruitgangsideaal van de Franse verlichting. Net als iedereen werden ook zij gedreven door de wil iets nieuws op te bouwen. Ook zij wilden geloven in een niet door nationalistische ideeën belemmerde ontplooiing van het individu; in een nieuwe democratie in een vrije wereld zonder god waarin van alles naast elkaar kon bestaan.

Nieuwe kijk op het concept muziek
In dat vooruitgangsideaal past het om traditionele waarden tegen het licht te houden. De seriële muziek van Boulez en Stockhausen bekijkt het fenomeen muziek net zo fundamenteel als Piet Mondriaan al veel eerder de schilderkunst bezag. Mondriaan realiseerde zich dat er maar drie kleuren zijn plus wit en zwart en dat het vlak van een schilderij alleen maar breedte en hoogte kent. Dat leidde tot zijn uitgangspunt van schilderen met uitsluitend rechte lijnen van links naar rechts en van boven naar onder en zijn ascetische kleurgebruik. De seriëlisten bedachten dat een klank een gegeven toonhoogte heeft, een bepaalde duur, een bepaalde kleur en harder of zachter klinkt. Het verschil tussen wat zij maakten of wat Bach of Beethoven componeerden is dat ze andere regels aangaande melodie en samenklank gebruikten en de traditionele vormen met herhalingen en symmetrie loslieten, maar ook de muziek van Bach of Beethoven kent dezelfde parameters van toonhoogte, toonduur, kleur en volume.

Cage stelde vanuit eenzelfde tabula rasa het hele concept muziek ter discussie. Tot aan het begin van de twintigste eeuw was muziek altijd een vorm van gestructureerd geluid geweest, maar Cage vond dat je in elk geluid muziek kon horen en democratiseerde daarmee de luisteraar tot componist. Dat idee staat haaks op alle gecomponeerde muziek – ook die van de andere modernisten – en is eigenlijk meer transcendente filosofie dan muziektheorie. Het past zowel bij het streven naar totale vrijheid van de hippiecultuur als bij de belangstelling voor andere dan westerse culturen die in de tweede helft van de vorige eeuw opkwam.

Cages opvatting van muziek betekent het einde van het componeren, maar daar ging het hem niet om. Het ging hem om het denken over het concept van wat muziek nou eigenlijk is en niet om de vernietiging van een traditie. Hij vertaalde zijn filosofie in muziek en ‘componeerde’ op basis van toevalsoperaties om er voor te zorgen dat niet hij, maar de I-Ching die hij daarvoor gebruikte, bepaalde wat er klinken zou, maar ondertussen hield hij ook enorm van Mozart. Luciano Berio hield van Giacomo Puccini en schreef het slot voor diens onvoltooide opera Turandot. Boulez dirigeerde de symfonieën van de romantische emotiekoning Gustav Mahler en de bedwelmende opera’s van Richard Wagner (wiens gedachtegoed enorm aanwezig is in Stockhausen tekstloze operareeks Aus Licht waarin de muziek het verhaal is).

Een hogere orde
De muziek van de modernisten is lastig te behappen omdat ze altijd meer geïnteresseerd bleven in de constructie dan in wat die constructie uitdrukt, maar dat betekent niet dat er geen expressieve of emotionerende kwaliteit in hun muziek te vinden is. Uiteindelijk is er één ouderwets hoogromantisch idee dat alle modernistische hemelbestormers verbindt. Allemaal maakten ze een muziek die over niets anders gaat dan over die muziek. Het gaat niet om het omzetten van emoties in klank, zoals bij Mahler, maar om de pure schoonheid van de klank, om de opwindende dramatische/emotionele lading van structuren die niet verweven zijn met de dagelijkse werkelijkheid. Voor hen was muziek een afspiegeling van een hogere orde die alle menselijke beperkingen overstijgt. Het vereist een andere luisterhouding, maar een mooiere gedachte over wat muziek vermag, is moeilijk te bedenken. Het is ook een heel oude opvatting: de Griekse filosoof Plato vond het al en eigenlijk zei Beethoven hetzelfde toen hij meldde dat je een beter mens wordt door te proberen te horen hoe zijn muziek in elkaar zit.

Tekst artikel: Roeland Hazendonk

Concerten met werk van hoogmodernisten

Why Patterns?

Ives Ensemble

Thu 20 Apr 2023 20:15 - 22:10

Een alternatieve paaswake

Jan Michiels

Thu 6 Apr 2023 20:15 - 21:45

Ligeti en Feldman

SWR Vokalensemble + Bas Wiegers

Thu 30 Mar 2023 20:15 - 21:55

Vocale sleutelwerken van Kurtág

Asko|Schönberg + Pierre-Laurent Aimard e.a

Fri 10 Mar 2023 20:15 - 22:15

Játékok III - levendige contrasten

Pierre-Laurent Aimard

Fri 10 Mar 2023 17:00 - 18:05

Játékok II - subtiele poëzie

Pierre-Laurent Aimard + Tamara Stefanovich

Thu 9 Mar 2023 20:15 - 21:40

Játékok I - elementaire experimenten

Pierre-Laurent Aimard, Lorenzo Soules + Fabian Müller

Thu 9 Mar 2023 17:00 - 18:00

Ligeti

I SOLISTI, Katrien Baerts, Anthony Devriendt + Lucas Lipari-Mayer

Thu 2 Mar 2023 20:15 - 21:40

Vox humana

Claron McFadden + Alexander Melnikov

Thu 22 Dec 2022 20:15 - 22:00

Words & Music

Cut-ups & f*ck ups, Berio & Burroughs

Sat 3 Sep 2022 15:30 - 23:30